AMSTERDAM METROPOOLREGIO

Oosterwold is een groen, agrarisch gebied tussen Almere en Zeewolde waar een bijzondere manier van gebiedsontwikkeling plaatsvindt. Binnen een raamwerk van spelregels en voorwaarden wordt de ontwikkeling en inrichting van het gebied geheel overgelaten aan de eindgebruikers, ook wel de initiatiefnemers genoemd. De initiatiefnemers bouwen niet alleen een eigen woning, maar zorgen ook zelf voor het opwekken van energie, het aanleggen van wegen, het opvangen en zuiveren van afvalwater en de realisatie van stadslandbouw. Een eindbeeld voor Oosterwold is er niet. Wel streeft de gemeente naar 15.000 woningen en stelt ze hoge ambities op het gebied van duurzaamheid. De vraag is hoe deze ambities gerealiseerd kunnen worden via particulier initiatief. Hoe groot is de individuele vrijheid en wat voor invloed heeft dit op het collectieve belang? In andere woorden, wat kun je bewoners zelf laten doen en wat niet? Het afvalwatervraagstuk in Oosterwold biedt een interessante kijk op deze kwestie.

Almere, 2012- heden

Onderzoeker: Lillian van Karnenbeek

Een verrassende, tijdelijke groene oase tussen de hoogbouw van de Zuidas en de Vrije Universiteit (VU) Amsterdam, dat was de Boeletuin. In afwachting van de campusuitbreiding stelde de VU de locatie beschikbaar aan een bonte mix van groene initiatieven, inclusief een kantine, kippen, moestuintjes, paddenstoelenkwekerij en een plek voor educatieve activiteiten. Op deze bijzondere locatie werd onderzoek gedaan naar groen en gezondheid, lunchten en kwamen studenten en medewerkers van omliggende kantoren tot rust en werden soms borrels en feestjes georganiseerd. Nadat de beheerder van het terrein besloot vroegtijdig te stoppen, heeft de VU besloten dat de activiteiten – ondanks hun populariteit – in het gebied worden afgebouwd. Hadden de betrokkenen bij de Boeletuin sterker gestaan als ze gezamenlijk een visie op hun bestaansrecht in het gebied hadden ontwikkeld?

Amsterdam Buitenveldert, 2015-2017

Onderzoeker: Melika Levelt

Buiksloterham in Amsterdam-Noord is onmiskenbaar in ontwikkeling van bedrijventerrein naar gemengd woon-werk gebied. Grote opslagterreinen, loodsen, een rommelige openbare ruimte, maar ook zelfbouwhuizen en nieuwe kantoorgebouwen typeren het straatbeeld. Het gebied vormt een belangrijke illustratie van de kansen en moeilijkheden die duurzame en circulaire ambities in gebiedsontwikkeling met zich meebrengen. Buiksloterham heeft haar ijzersterke imago te danken aan duurzaam ontmoetings- en horecaterrein De Ceuvel, aan het manifest Circulair Buiksloterham en aan zelfbouwinitiatieven die tijdens de crisis volop de ruimte kregen. Ondanks de torenhoge ambities en grote betrokkenheid van diverse partijen blijkt de realisatie van een circulaire wijk een moeizaam en grillig proces.

Amsterdam Noord, 2015-2030

Onderzoeker: Menno van der Veen

Verborgen achter het voormalige Haarlemmermeerstation in Amsterdam-Zuid, ingeklemd tussen de Schinkel en de Stadiongracht, ligt het Havenstraatterrein: een typische rafelrand van de stad. De gemeente Amsterdam maakt al enige tijd plannen om het terrein te ontwikkelen tot gemengd woon-werk gebied met circa 500 woningen en bedrijven, een basisschool, culturele voorzieningen en horeca. Ambachtelijke bedrijven, ateliers, autogarages, opkopers en handelaren zetten op dit moment de toon op het Havenstraatterrein. Bij de ontwikkeling van het terrein die al een lange aanloop heeft, wil men graag voortbouwen op bestaande kenmerken van het gebied. Maar in de uitwerking en realisatie, blijkt het lastig deze ambitie hoog te houden. Gezien de oververhitte Amsterdamse woningmarkt wil de gemeente snel tot ontwikkeling overgaan. Voor veel van de huidige gebruikers betekent dit dat zij het gebied moeten verlaten. Een belangrijke vraag die hier onder de oppervlakte speelt is in hoeverre bij een ontwikkeling rekening gehouden moet worden met al aanwezige huurders in het gebied en wat het de gemeenschap mag kosten om functies die commercieel minder opleveren toch een plek te geven in een gebied. Een andere relevante vraag is hoeveel professionele vermogens van burgers en kleine ondernemers verwacht mogen worden om mee te kunnen denken en doen in ontwikkelplannen.

Amsterdam Zuid, 2010-heden

Onderzoeker: Michiel Stapper

De K-Buurt in de Amsterdamse Bijlmer wordt al jaren vernieuwd. Veel van de voor de wijk typerende honingraatflats zijn afgebroken, een autoweg werd verlaagd en een aantal garages gesloopt. Ook het oude winkelcentrum is neergehaald en vervangen door een gemengd complex met wonen, winkelen en bedrijvigheid. Voor de kavels die hierdoor vrij kwamen staat woningbouw gepland. Al snel ontstond er ophef over de voorliggende bestemmingsplankaart. De gemeente besloot hierop gezamenlijk tot een plan te komen, zowel voor de woningbouw als de openbare ruimte, zodat iedereen tevreden zou zijn en zo snel mogelijk gebouwd kon gaan worden.

Het is zoeken naar balans tussen de grote woningbouwdruk in Amsterdam en de eigen agenda van de K-Buurt. Hiervoor schakelde Gemeente Amsterdam een onafhankelijk adviesbureau in voor het begeleiden van het participatieproces. Zo moest tot een door de buurt gedragen stedenbouwkundig plan worden gekomen. Dat bleek echter niet eenvoudig. Hoe mobiliseer je mensen? Hoe zorg je voor een diverse groep en vertaal ja alle ideeën naar een realistisch plan? De plannen werden herzien, maar de bewoners waren opnieuw ontevreden en kondigden een participatiestaking af. Daarna kregen ze zelf het heft in handen.

Amsterdam Zuidoost, 2001-heden

Onderzoeker: Michiel Stapper

In het gebied tussen Schiphol en de Zuidas, aan de Ringvaart Haarlemmermeer en nabij Park de Oeverlanden en het Amsterdamse Bos, ligt de Landtong Nieuwe Meer. Het langwerpige schiereiland deed oorspronkelijk dienst als wapen- en munitieopslagplaats en werd in 1988 door een groep kunstenaars en activisten gekraakt. Na legalisatie werd het complex door stichting Nieuw & Meer omgebouwd tot één van de eerste broedplaatsen van Amsterdam met een groot aantal ateliers en werkruimten. In 2016 maakte Rochdale plannen voor een hotel op het terrein naast het kunstenaarscomplex. Met hulp van ruimtelijk adviseur Jeroen Saris wist Stichting Nieuw & Meer dit tegen te houden, waarbij zij als alternatief het plan ontwikkelden om de Landtong te ontwikkelen tot modern stadspark. Met een drijfeilanden, veel groen, een creatieve en technologische hub, een theater en restaurant, is het doel om de Landtong te ontwikkelen tot innovatieplek voor een ecologische en circulaire stad.

Amsterdam Nieuw-West, 2016-heden

Onderzoeker: Jesse Stammers 

Het Marineterrein is een voormalig militair terrein in het centrum van Amsterdam. Lange tijd was het een geïsoleerd gebied middenin de stad, in handen van het Rijksvastgoedbedrijf en gebruikt door het ministerie van Defensie. Als door bezuinigen het ministerie van Defensie besluit om het gebied af te stoten, wordt gezocht naar manieren om het gebied over te dragen en verkopen. De zoektocht naar een nieuwe bestemming moet voldoen aan twee voorwaarden, de waarde van de bestemming moet het buurtniveau overstijgen en de directe omgeving moet betrokken worden bij de ontwikkeling van het gebied. Hiertoe roepen het Rijk en Gemeente Amsterdam Bureau Marineterrein in het leven dat de ontwikkeling, exploitatie en beheer van het gebied begeleidt. Om de potentie van het gebied te ontdekken, kiest men een stapsgewijze aanpak waarmee adaptief ingespeeld kan worden op ontwikkelingen.

Het Marineterrein toont twee spagaten. Enerzijds tussen stapsgewijze ontwikkeling als middel om in te spelen op veranderingen van inzichten en anderzijds de extra onzekerheid die een incrementeel proces zelf genereert. De tweede spagaat is die tussen ontwikkelen met en voor de buurt op de korte termijn en de ontwikkeling van een terrein met een grootstedelijke, misschien zelf internationale functie op de lange termijn. De ontwikkelende partijen op het Marineterrein moeten een manier vinden om met beide spagaten om te gaan en gemeenschappen op verschillende niveaus te betrekken: een zoektocht naar het bieden van duidelijkheid en houvast in een onzekere en veranderlijke omgeving.

Amsterdam Centrum, 2013-heden

Onderzoeker: Lillian van Karnenbeek  

Park om de Hoek is een initiatief van De Gezonde Stad, een stichting met als doel om Amsterdam duurzamer en gezonder te maken. Hierbij werken zij samen met bewoners, bedrijven, overheden en andere organisaties. Sinds 2016 zijn 5 parken om de hoek gerealiseerd: drie in Amsterdam-Oost en twee in woonwijken in Amsterdam-Noord. Met Park om de Hoek wil De Gezonde Stad Amsterdam vergroenen door alle versteende plekken in de stad te veranderen in groene en gezellige buurtparken. Terwijl De Gezonde Stad de ontwikkeling en het beheer van de parkjes zo veel mogelijk samen met bewoners wil doen, zijn zij onder andere voor de verlening van subsidies en vergunningen afhankelijk van de gemeente. Ondanks de subsidieregeling voor lokale ontwikkeling van groen, blijken een lange adem en voldoende expertise onontbeerlijk om daadwerkelijk met buurtbewoners een park om de hoek voor elkaar te krijgen. Deze casus laat de kracht zien van een derde partij in dit proces, maar roept ook vragen op over het vermogen van een gemeente om de ontwikkeling van lokaal stedelijk groen daadwerkelijk met de lokale gemeenschap te realiseren.

Amsterdam 5 locaties, 2015-heden

Onderzoeker: Fabi van Berkel

Metabolic overziet de ruimtelijke ontwikkelingen in De Ceuvel en Sportpark de Melkweg, en verschaft hiermee entree tot burgergeïnitieerde (tijdelijke) stedelijke ontwikkeling van woon- en bedrijfslocaties met stadslandbouw en circulariteit als voornaamste drijfveren.

De Polderheuvel is onderdeel van het groengebied Tuinen van West. Het terrein is ontwikkeld als evenemententerrein en is in beheer bij de Ondernemersvereniging Tuinen van West. De gedachte hierachter is dat evenementen op de Polderheuvel zo beter in balans met de wensen vanuit gebruikers en omwonenden zullen worden toegestaan. Maar het beheer door de ondernemersvereniging betekent niet dat alle wensen uit de buurt zomaar bekend zijn gehoor krijgen. Voor de ondernemersvereniging blijkt het beheer een balanceer-act tussen de top-down belangen en opdrachten vanuit de centrale stad en de wensen uit het gebied.

Een goed voorbeeld hiervan is het evenementenbeleid. Naar verwachting zou het aantal activiteiten op het evenemententerrein toenemen nu de gemeente Amsterdam meer inzet op het verplaatsen van evenementen naar de rand van de stad. De wensen van de lokale bewoners en stakeholders zijn hierover echter verdeeld. Meer activiteit betekent enerzijds meer opbrengsten. Daarmee worden investeringen mogelijk in andere projecten die bij kunnen dragen aan de ontwikkeling van de Tuinen van West. Anderzijds kan het ook voor meer overlast zorgen en vermindering van esthetische waarden en rust.

REGIO GRONINGEN-ASSEN

Verspreid over de provincie Groningen zijn er talloze projecten voor verduurzaming van de energievoorziening: van zonnepanelen op het dak bij individuele huizen tot zonneparken van 1648 panelen in Zuidbroek van Menterstroom. Deze projecten zijn het resultaat van een coöperatieve vereniging van bijna 40 coöperaties en meer dan 30 burgerinitiatieven voor het verduurzamen van de energievoorziening in het Noorden van Nederland: Groninger Energie Koepel (GrEK).

GrEK wil de energietransitie in Groningen verdiepen en versnellen. Sinds 2014 heeft GrEK ook samen met de twee andere noordelijke provinciale koepels ( Ús Koöperaasje, Drentse Kei ) een energiebedrijf (Energie van Ons) opgezet. Als koepelorganisatie vertegenwoordigt GrEK de vele energie-initiatieven om de energietransitie krachtig op de beleidsagenda te zetten bij relevante partijen. Een dergelijke koepelfunctie kan ook veel bieden in andere sectoren waar er vele losse initiatieven zijn (zoals circulaire landbouw, water en afvalmanagement).

De casus GrEK is een voorbeeld van het belang van zowel voldoende inhoudelijke kennis als een goed sociaal en professioneel netwerk voor het bereiken van succes als initiatief. Het bezitten van inhoudelijke kennis over een technisch onderwerp zoals energie infrastructuur weegt in deze casus even zwaar als kennis over het opzetten en runnen van een coöperatie en hoe je je weg kunt vinden door het land van gemeentelijke en provinciale subsidies, procedures en vergunningen.

Provincie Groningen, meerdere locaties, 2012-heden

Onderzoeker: Mustafa Hasanov

Vanuit Innovatiewerkplaats Helpman De Wijert (IWP) werken studenten, wijkbewoners, ondernemers, gemeente en instellingen samen aan projecten gericht op het verbeteren van de leefbaarheid in de wijk. De innovatiewerkplaats begon als een initiatief van Terra MBO en de gemeente maar wordt inmiddels gesteund door de Hanzehogeschool, lokale ondernemers en bedrijven. De projecten zijn verspreid over De Wijert, een jaren ’60 woonwijk in het zuidwesten van Groningen waar relatief veel werklozen en mensen met een laag inkomen wonen. De wijk heeft bovendien de laatste jaren veel te maken gehad met verkeersomleidingen als gevolg van werkzaamheden aan de naastgelegen ringweg. Via projecten in de openbare ruimte en leegstaande panden snijdt het mes aan twee kanten: studenten leren in de praktijk, terwijl de wijk profiteert van meer participatie, ondernemerschap, groen en leefbaarheid.

Groningen, Helpman-De Wijert , 2015-heden

Onderzoekers: Mustafa Hasanov & Wendy Tan

Ebbingekwartier was een initiatief voor de tijdelijke invulling van het Ciboga-terrein nabij het centrum van Groningen. Dit terrein kwam beschikbaar nadat de plannen voor woningbouw begin jaren ‘00 vastliepen op financiering en het braakliggende terrein leidde tot overlast van junkies, verloedering en gebrek aan aanloop. Ondernemers in en rond de nabijgelegen Nieuwe Ebbingestraat kwamen in actie en stapten met een plan voor tijdelijke publieksfuncties op het dak van de parkeergarage naar de gemeente Groningen.

Samen met een aantal kunstenaars en creatieve ondernemers wordt Stichting Open Lab Ebbinge Exploitatiemaatschappij opgericht. Met steun van de gemeente ontwikkelden zij vanaf 2011 het terrein tot een creatief kwartier met tijdelijke paviljoens en een evenemententerrein. Na ruim 5 jaar verlieten de laatste ondernemers in 2017 het terrein en werd een beperkt aangepaste versie van de geplande woningbouw uitgevoerd.

Als gevolg van Open Lab Ebbinge is het gebied enorm opgeknapt. De overlast is verdwenen en de winkelpandjes in de Nieuwe Ebbingestraat die naast het gebied ligt waar de meeste overlast werd ervaren, zijn weer gevuld. Open Lab Ebbinge is in die zin een succes. Tegelijkertijd is het bijzondere, open en aantrekkelijke karakter dat met de tijdelijke invulling ontstond maar beperkt behouden in de definitieve wijk: levendigheid komt nu van jonge gezinnen en studenten met een ruime beurs, heel andere bewoners dan de artiesten, alternatieven en zelfstandigen die de transformatie van het gebied op gang brachten. Dit roept de vraag op wat is geleerd van de tijdelijke invulling en of dat niet meer had kunnen zijn.

Groningen, Centrum, 2015-2030

Onderzoeker: Kim von Schönfield

Bijna 100 jaar rookte aan de westelijke rand van Groningen de schoorsteen van de Suikeruniefabriek. Nadat de fabriek in 2008 haar deuren moest sluiten en de meeste gebouwen werden gesloopt, werd het industrieterrein aangekocht door gemeente Groningen. Zij zal het geleidelijk transformeren tot gemengd stedelijk gebied met ruimte voor wonen, werken, leren en recreëren. Terwijl de plannen verder worden uitgewerkt, wordt een deel van het terrein tot 2030 gevuld met tijdelijke functies. In deze ontwikkeling spelen naast de gemeente twee partijen een centrale rol: EST BV (opgericht door Ploeg ID3) werkt aan een tijdelijke invulling van het voorterrein met creatieve bedrijvigheid, evenementen en een hostel; Terra MBO ontwikkelt samen met andere onderwijsinstellingen en organisaties een kenniswerkplaats voor voedsel, energie, zorg en gezondheid. Inzicht casus?

Groningen, Peizerweg, 2015-2030

Onderzoekers: Mustafa Hasanov & Wendy Tan

Middenin de Groningse Oosterparkwijk, aan het begin van de groene parkstrook tussen twee straten in, ligt Toentje: een ‘sociale’ moestuin. Hier wordt met een diverse groep vrijwilligers groente geproduceerd voor de voedselbank en buurtrestaurant Bie de Buuf. Wat opvalt bij Toentje is dat het er zo open is: vanuit de tuin heb je vrij zicht naar de straat en de laan af richting het Pioenpark. Je staat daardoor echt in de stad maar ook in een weidse omgeving. Het is er rustig en stil als we er zijn in de zomer. Enkele mensen werken op de tuin. Er heerst orde en de tuin is netjes. Een smalle grasstrook en rijbaan scheiden Toentje van woningen, horeca en kleine industrie. Creatieve ondernemers van Het Werk runnen hier zaken als een koffiebranderij, atelier, restaurant/kantine en een expositieruimte. Inzicht casus?

Groningen, Oosterparkwijk, 2013-heden

Onderzoeker: Melika Levelt 

Vinkmobiel wil ervoor zorgen dat zelfstandig wonende ouderen in de Groningse wijk Vinkhuizen mobiel blijven door met kleine, elektrische voertuigen flexibel en goedkoop vervoer aan te bieden. Dat maakt het voor ouderen makkelijker om zich te verplaatsen in de wijk, bijvoorbeeld om boodschappen te doen of naar het zorgcentrum te gaan voor een warme maaltijd. Zo blijven ouderen langer zelfstandig en wordt vereenzaming tegengegaan. Het initiatief wil ook bijdragen aan de werkgelegenheid door via het omscholen van werkzoekenden tot vrijwillige chauffeurs hen op weg te helpen naar betaald werk.

Zorgorganisatie Lentis en wijkcentrum Vinkhuys nemen het initiatief voor Vinkmobiel en het opzetten van een coöperatief wijkvervoersbedrijf samen met diverse andere partijen, waaronder DAM Noord en Vereniging Noorden Duurzaam. Na een vliegende start met veel interesse van potentiele gebruikers en de lokale overheid, blijft het initiatief haken op de financiering en de implementatie terwijl op diverse andere plekken vergelijkbare initiatieven oppoppen.

Een belangrijke kritiek die het initiatief kreeg bij de aanvraag van een subsidie is dat het te weinig innovatief zou zijn. Door lokale krachten en netwerken slim te benutten, heeft de initiatiefgroep echter toch kleine subsidies verkregen om het project op de rails te houden. Essentieel was dat het initiatief de focus behield op de impact die men met de Vinkmobiel wilde generen op het welzijn van minder validen in de wijk. Inmiddels is het gelukt het project operationeel te krijgen en biedt het niet alleen duurzaam aanvullend vervoer aan ouderen, maar wordt vanuit het initiatief ook een ontwikkeling geleid naar het democratisch organiseren van burgerinitiatieven in de wijk Vinkhuizen.

Groningen, Vinkhuizen, 2014-heden

Onderzoekers: Wendy Tan & Kim von Schönfield