‘In onze eerste bijeenkomst stonden we op een kippenboerderij op de Zuidas. Nu staan we hier in een prachtig koloniaal gebouw’, opent moderator Natasja van den Berg de derde bijeenkomst van het R-LINK consortium. Zo’n dertig onderzoekers, stedenbouwkundigen en anderen hebben zich verzameld in het hoofdkwartier van AMS in het Tropeninstituut. Maartje Meesterberends van AMS heet de aanwezigen welkom in de voormalige bibliotheek van het Tropeninstituut. De boeken zijn weg, maar de schappen staan er nog met intrigerende titels als ‘gender’ en ‘development issues’.
Projectleider Leonie Janssen-Jansen haakt tijdens haar welkomstwoord in op het thema ‘gender’ door te vertellen dat R-LINK vaak een ‘vrouwenkransje’ wordt genoemd. Dat het consortium inderdaad uit meer vrouwen dan mannen bestaat, blijkt ook uit een blik op de aanwezigen. Overigens zijn de mannen maar net in de minderheid.
Met een hoop nieuwe gezichten in de zaal is gekozen voor een PechaKucha-style kennismakingsronde. Consortiumleden stellen zichzelf voor en lichten in 20 seconden een zelf gekozen foto van een inspirerend project toe.
Daarna is het de beurt aan de jonge onderzoekers om zich voor te stellen.
Carina Wiekens, docent Energie & Gedrag aan de Hanzehogeschool, licht in een presentatie haar onderzoek toe dat ze doet naar lokale energie-initiatieven in Noord-Nederland, Drenthe in het bijzonder. Het wordt een interactieve sessie met veel input en vragen uit de zaal.
Hierna is het woord aan projectleider Leonie Janssen-Jansen, die een aantal praktische en administratieve consortiumzaken toelicht.
Het ochtendprogramma wordt afgesloten met een heerlijke lunch in de ontvangsthal van het AMS. Een groepsfoto in de Lichthal van het monumentale Tropenmuseum mag natuurlijk niet ontbreken.
Na de lunch trapt Menno van der Veen af met een presentatie over New York, waar hij in mei een week veldonderzoek deed voor R-LINK.
Dan volgt de (eerste) R-LINK workshop, verzorgd door Melika Levelt, Fabi van Berkel en Jamie Marsfelder. Deze staat in het teken van het case protocol. Het is de bedoeling dat het hele consortium meedenkt over de inhoud en vorm. De groepsdiscussies resulteren in een grote hoeveelheid aandachtspunten waarop verder kan worden geborduurd.
0 reacties